Innovatie staat hoog in het vaandel op ons bedrijf.
Ga meteen naar:
Innovatie staat hoog in het vaandel op ons bedrijf.
Ga meteen naar:
In 2014 zijn we gestart met de teelt van winterveldbonen op een kleine schaal. In het Verenigd Koninkrijk is de teelt van winterveldbonen zeer bekend. De bonen worden zowel voor veevoer als voor menselijke consumptie geteeld. De veldbonen die wij telen worden geheel gebruikt als veevoer voor onze vleeskuikens. Zo zijn we deels zelfvoorzienend in onze behoefte aan eiwit, waardoor er minder geïmporteerde soja wordt gevoerd. De voerleverancier heeft voor ons een aangepaste voermix ontwikkeld, waarin wij zelf tarwe en veldbonen toevoegen. Momenteel wordt onderzocht of veldbonen op een grotere schaal kunnen worden gebruikt als voercomponent.
Het zaaien van de veldbonen in oktober of november, heeft als voordeel dat het oogstmoment ongeveer twee tot drie weken eerder is in vergelijking met zomerveldbonen. De opbrengst van winterveldbonen ligt meestal hoger ten opzichte van zomerrassen. Na de graanoogst wordt de tarwestoppel gewoeld en vlak gelegd. Zo’n twee maanden later worden de bonen gezaaid met een speciale zaaimachine. Deze aangepaste zaaimachine is vereist om de bonen voldoende diep te kunnen zaaien. Een zaaidiepte van minimaal acht tot tien centimeter is wenselijk om vorstschade te voorkomen. Deze ervaring komt voort uit de proefvelden op ons bedrijf, waarin ook met de zaaidiepte is geëxperimenteerd. De zaaimachine bestaat uit een rotorkopeg, waar woeltanden met zaaipijpen voor zijn gemonteerd. Het land wordt, met het oog op de onkruidbestrijding, vlak weggelegd. Onder alle omstandigheden (droog en nat) kan deze machine goed resultaat leveren, wat op onze grond een vereiste is. De rijafstand bedraagt vijftig centimeter. Ideaal is een stand van vijfentwintig planten per vierkante meter, voor een maximale opbrengst. De opbrengst bedraagt maximaal acht ton per hectare, wat ruim 2.200 kilo eiwit per hectare oplevert.
De teelt van veldbonen vereist relatief weinig onkruid- en ziektebestrijding. De gewasbescherming wordt met onze veldspuit met Wingssprayer uitgevoerd. Omdat het gewas in rijen wordt gezaaid, is het in de toekomst mogelijk om te gaan schoffelen. Er worden zo min mogelijk insecticiden ingezet om natuurlijke vijanden te sparen en te stimuleren. Lieveheersbeestjes bestrijden de luizen. Sterk aangedane planten worden handmatig verwijderd. Ook worden soms bijenkasten in het perceel geplaatst om te helpen bij de bestuiving. Een idee is om de teelt te combineren met bloemvormende groenbemester. Bijvoorbeeld phacelia, om vroeg in het seizoen meer insecten aan te trekken.
Het oogsten gebeurt met een standaard combine. Het heeft de voorkeur om ’s ochtends vroeg te dorsen, wanneer de dauw nog nop het gewas zit. Bij scherpe (hete, droge) omstandigheden spatten de peulen snel uiteen. Omdat de bonen in een peul zitten, levert dit geen hoog vochtgehalte op. Zo kan in de ochtenduren bonen worden gedorst en later op de dag tarwe, voor een betere arbeidsspreiding. Er wordt geprobeerd om na de bonen nog tarwe te dorsen, zodat de machine schoon de winterstalling in kan. De bonen laten een aanslag op de blanke delen van de machine achter. Een deel van het stro wordt geperst en gebruikt als afleidingsmateriaal voor de kuikens in de stal. Om jaarrond het product op te kunnen slaan zijn in 2018 twee silo’s geïnstalleerd. Een schoningsinstallatie haalt onkruidzaden, gewasresten en onregelmatigheden uit het product. De bonen worden vermalen voordat ze gevoerd kunnen worden. Dit werk wordt meestal uitbesteed, om over voldoende capaciteit te kunnen beschikken. De vermalen bonen zijn enkele weken houdbaar en worden in de weger bij de kippenstallen machinaal gemixt met tarwe en een aangepaste voermix.
Sinds 2016 ligt op ons bedrijf een proefveld van het Louis Bolk Instituut. Dit onderzoek maakt deel uit van een Europees project rond de teelt van plantaardig eiwit. In het verleden is onderzoek gedaan naar de zaaidiepte en de verschillen in plantaantallen. Daarnaast ligt er een rassenproef met acht rassen afkomstig uit Engeland, Duitsland en Frankrijk. Zowel winter- als zomerveldbonen worden getest. Momenteel gebeurt dit in eigen beheer, met ondersteuning van Agrifirm.
Om een completer rantsoen te kunnen voeren aan de vleeskuikens, dat afkomstig is van ons eigen bedrijf, zijn we in 2019 begonnen met de teelt van haver. Deze wordt in het voorjaar gezaaid. Het levert een ruimere vruchtwisseling op en ook het stro is bruikbaar. Onze ervaringen met dit gewas zijn op dit moment nog beperkt.
Het ploegen en bewerken van onze ware kleigrond (tot 85 procent afslibbaarheid) kostte veel tijd en brandstof. We proberen daarom zoveel mogelijk met een NKG-systeem te werken. In 2013 zijn we begonnen verschillende systemen op praktijkschaal te testen op een perceel van ruim tien hectare. Naast het traditionele ploegen, kopeggen en kopeg-zaaien, zijn vier alternatieven uitgeprobeerd:
De verschillende proefvelden leverden, afhankelijk van het seizoen, een zeer wisselend resultaat. Het traditionele systeem met ploegen is bedrijfszeker, maar behaalde nooit een topopbrengst. Vooral NKG, in combinatie met stro hakselen op het Claydon-veld, levert op onze grond enorme uitdagingen op. Na vier jaar is gekozen voor he systeem met de bouwvoorlichter; een Rabe Combi Digger. Deze machine vraagt relatief weinig vermogen, is breed inzetbaar en de investeringskosten liggen relatief laag. Inmiddels wordt het volledige bedrijf met deze machine bewerkt en wordt de ploeg sinds 2017 niet meer gebruikt.
Ons eerste innovatieproject was het importeren van de strokachel uit Denemarken. Deze wordt gebruikt om de drie pluimveestallen mee te verwarmen. Aanvankelijk bleek dat de kachel niet goed werkte, omdat het Deense stro anders van samenstelling was. Na enkele softwarematige aanpassingen functioneert de machine nu perfect. In 2017 is door een Deens onderzoeksinstituut, in opdracht van de fabrikant, uitgebreid onderzoek verricht om de uitstoot van fijnstof en mogelijk schadelijke stoffen vast te leggen. Dit omdat onze kachel tot die tijd als enige uitgevoerd was met een rookgasfilter. Er kan worden geconcludeerd dat de installatie aan alle normen voldoet. Van de ongeveer vijfhonderd ton stro, die wij jaarlijks opslaan, gaat ongeveer dertig procent in de kachel. Dit bespaart jaarlijks circa 50.000 kuub aan aardgas.
De gewasbescherming wordt gedaan met een gedragen Amazone veldspuit. Aan de 28 meter spuitboom is een Wingssprayer gemonteerd. Deze machine spuit met een zeer fijne 015 of 020 dop. Het scherm (de Wing) sleept net over het gewas, dat hierdoor wordt opengetrokken. De spuitnevel wordt zo in het gewas geblazen, waardoor een driftreductie van 99% wordt behaald. Omdat al sinds 2012 op deze manier wordt gespoten, is veel praktijkervaring opgedaan. Zo zijn de bomen en het ophangingssysteem verstevigd en is de Wing verbeterd. In 2017 en 2018 is meegewerkt aan een proef van Agrifirm, waarbij vijf verschillende spuitsystemen werden vergeleken. Het werkingsprincipe toonde hier duidelijk meerwaarde, met een opbrengstverhogend effect in het proefperceel met tarwe.
Ongeveer 75 procent van de mest die door de vleeskuikens wordt geproduceerd, dient als meststof voor de akkerbouwgewassen. De overige 25 procent gaat naar collega-akkerbouwers, waarvan vaak ook wintertarwe of veldbonen aangekocht wordt.
In het voorjaar wordt kippenmest gebruikt als bemesting op de tarwe. Deze vervangt bemesting met drijfmest, die door de sleepslangbemester wordt toegediend. De gift met kippenmest bedraagt zo’n drie tot vier ton per hectare. Om zo’n kleine hoeveelheid nauwkeurig te kunnen strooien is een speciale meststrooier aangeschaft. Deze Güstrower strooier is naar eigen idee aangepast. Dit is bij een standaard meststrooier niet mogelijk. Om een zo homogeen mogelijk product te kunnen verstrooien is een aangedreven ‘snijmolen’ gemonteerd. Deze verdeelt het product en maakt grove brokken fijn. Hij is voorzien van een weegsysteem van fabrikant Nijenhuis uit Dronten. Dankzij weegcellen op de dissel en as is deze zeer nauwkeurig. Naast kippenmest wordt de strooier ook gebruikt om schuimaarde, gips, compost of champost te strooien, zowel op het eigen akkerbouwbedrijf als bij collega’s.
De Nederlandse wetgeving verplicht dat vaste mest direct wordt ondergewerkt. Dit is lastig in een jong tarwegewas. Inwerken met een wiedeg bleek op onze grond onvoldoende te werken, omdat de machine de planten teveel beschadigd. Daarom is een stoppeleg van Claydon aangeschaft. Deze machine wordt in de zomer op de stoppel ingezet, maar kan ook in het voorjaar in de jonge tarwe worden gebruikt. De zware veertanden hebben voldoende druk om de kleigrond los te maken en de mest onder te werken, maar beschadigen de planten minimaal. Deze manier van werken voldoet aan de wettelijke eisen voor het onderwerken van vaste mest.
Tijdens de NKG-proeven werd al snel duidelijk dat een goede verdeling van stroresten en het kaf zeer belangrijk zijn binnen een NKG-systeem, voor de opvolgende teelt. Om kafbanen te voorkomen wordt daarom een stoppeleg toegepast van de Engelse fabrikant Claydon. Naast het verdelen van kaf en stro maakt hij ook een vals zaaibed, waar onkruiden en dorsverliezen snel kunnen kiemen om deze mechanisch, of waar noodzakelijk, chemisch te bestrijden. Deze machine heeft een werkbreedte van 7,5 meter en werkt het beste bij een hoge rijsnelheid tot 20 km/u. De zware veertanden zijn hydraulisch verstelbaar, zodat de intensiteit kan worden aangepast. Meestal wordt de stoppel tweemaal bewerkt, voordat deze wordt gewoeld of ingezaaid met een groenbemester. De stoppeleg wordt ook gebruikt om kippenmest onder te werken in het voorjaar (zie tekst meststrooier).
Sinds 2018 rijden al onze voertuigen op GTL-brandstof (Gas To Liquid). Dit wordt gedaan omdat het schoner is voor zowel milieu als motor. We hopen zo een bijdrage te leveren aan een beter klimaat. De meerkosten moeten terugverdiend worden door verminderde onderhoudskosten aan de motoren. In deze folder kun je hier meer over lezen.